zondag 21 januari 2018

alleen voor leden



--------------------------------------------------------------------------

INHOUD:

-  De Zonnewenden-Zonnestilstanden  (G.de Purucker)           
-  Elke kosmische vorm wordt bepaald door zijn karmische spanning (Agni Yoga)                      
- Het tijdperk van Maitreya (Helena Roerich)                                                           
- We worden wat de denken (De Boeddha)              
- De kleuren van de Aura (Omraam Mikhaël Aïvanhov)                                
- Je Zusterziel vinden (Omraam Mikhaël Aïvanhov)  
- De laatste oorlog onder mensen, zal de oorlog voor de waarheid zijn. (N. Roerich)    
- Drie wijze mannen opgesloten(Parabe-Osho)                                                       
- Laten we de sterren bekijken. (Helena Roerich)  
- Te velen van ons zijn in slaap; we slapen en dromen. (G. de Purucker)      
- Met mevrouw Blavatsky in de kunstenaarswijk van Rome (Deel 4)               
- Doeleinden van de Theosofie            
                                      

                                              
***


Bij de voorplaat: ”wegdromen, op reis naar het grote onbekende”.

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------

De Zonnewenden-Zonnestilstanden
Door G. de Purucker

‘Er zijn vier keerpunten in het jaar: de zonnestilstanden van winter en zomer en de nachteveningen van lente en herfst. Onder de oude volkeren werd de jaarcyclus altijd gezien als een symbool van het leven van de mens, of zelfs van het leven van het heelal.’

~ ☼ ~



Dit jaar valt de Zomerzonnewende op donderdag 21 juni 2018 om 12:07 uur
  

---------------------- 

Elke kosmische vorm wordt bepaald door zijn karmische spanning.
Agni Yoga - Oneindigheid 2 - 180 / 181

Wanneer het element vuur een manifestatie op de planeet vernietigt, betekent dit dat deze plaats door vuur moet worden vernieuwd.

Wanneer het element water een of ander land overstroomt, betekent dit dat die plaats moet worden gezuiverd.

Zo moet een kosmische verschuiving nieuwe sferen tot actie brengen.
Natuurlijk moeten de menselijke getuigenissen zorgvuldig geverifieerd worden, omdat het menselijk handelen de mens tot zijn bestemming voert.

Het planetaire karma wordt gestuwd door het element vuur, het element van denken en door menselijke daden.

Zo stuwen Wij de mensheid voort naar een betere stap.

Wanneer een nieuw karma nadert, wordt een betere stap bevestigd in de evolutionaire vooruitgang.
Alle nieuwe stappen worden erkend als een opgang.

Alleen de menselijke hand bedreigt de door de Kosmos geopenbaarde bevestiging.
Alleen de menselijke hand werkt tegen zijn bestemming in.

Daarom moet het streven naar vernieuwing de drijfkracht der volkeren zijn.

Waarlijk, de veranderingen voltrekken zich onder onze eigen ogen.

Zo slaat het Licht de duisternis.

Dat verzeker Ik!

~ ☼ ~

Het tijdperk van Maitreya
Het tijdperk van Maitreya is al voorspeld
en de tekenen zijn al verspreid als vurige zaden.
Daarom zal voor hen die de Kosmische Magneet volgen,
de dreigende tijd vol Licht zijn.



---------------------------------------------------------------------------

We worden wat de denken

De Boeddha



De gedachte manifesteert zich als een woord

Het woord manifesteert zich als een daad

De daad ontwikkelt zich tot een gewoonte

De gewoonte verhardt zich tot het karakter

Zoals een schaduw het lichaam volgt

Zo worden we wat we denken

~  *  ~




 -------------------------------------------------------------------------

De kleuren van de Aura
Omraam Mikhaël Aïvanhov

In de heilige boeken wordt vaak melding gemaakt van de rol die een bepaald kostbaar kledingstuk speelt: een kleed, een tuniek, een sluier.

Dat kledingstuk is symbolisch.

Het vertegenwoordigt de aura, dat wil zeggen de spirituele emanatie van een wezen.
In het Oude Testament bijvoorbeeld, staat dat Jozef werd benijd door zijn broers, omdat hun vader Jacob hem een mooie tuniek had aangeboden, eraan toevoegend dat die tuniek veelkleurig was.

Die precisering verwijst naar het verband tussen het kledingstuk en de aura, waarvan de zuivere en schitterende kleuren overeenstemmen met de verschillende kwaliteiten en deugden van de mens.

Dit lichtende en kleurrijke kledingstuk is ons door de goddelijke wereld gegeven, maar het wordt geschonken als beloning voor het gedane werk.

Alle draden, alle kleuren, zijn beschikbaar voor ons, maar het is aan ons om ze te bemachtigen en te weven.

Met violet (spirituele liefde), indigo (kracht), blauw (geloof), groen (hoop), geel (wijsheid), oranje (heiligheid) en rood (leven), kunnen we dit prachtige kledingstuk geduldig weven.

Het zal ons beschermen op onze weg door het duistere woud van het bestaan.

~ ☼ ~



---------------------------------------------------- 

Je Zusterziel vinden

Omraam Mikhaël Aïvanhov

Zelfs na verscheidene mislukkingen en teleurstellingen geloven zoveel mensen nog steeds niet dat hun begrip over de liefde gebrekkig is, maar dat ze enkel hun zusterziel nog niet hebben ontmoet!
Alsof het geluk slechts een kwestie van ontmoeten is...


Helaas gebeuren de dingen niet zo: de zusterziel dient zich niet aan als een man of een vrouw die je bij toeval ontmoet en waarop je op slag verliefd raakt.

De ontmoeting met de zusterziel is in de eerste plaats een psychisch proces, waardoor jouw hoger zelf zijn wederhelft aantrekt.

Je moet lang gewerkt hebben voordat je jouw goddelijke wederhelft waardig bent.

Maar als je uiteindelijk de verbinding tot stand hebt gebracht, voel je dat ze er is, want ze woont in jou.

Wil je echt je zusterziel vinden?

Begin dan niet met naar haar op zoek te gaan.

Concentreer je op het licht en je zusterziel zal uit zichzelf komen, aangetrokken door het schijnsel dat in jou zal schitteren. Je weet niet waar je zusterziel is?

Zij weet echter waar jij bent.

Laat het voor jou volstaan om innerlijk op haar te wachten: zij zal komen.

~ ☼ ~



Tederheid en vriendelijkheid zijn geen tekenen van zwakte en wanhoop, maar manifestaties van kracht en vastberadenheid.


 -------------------------------------------------------------------------


De laatste oorlog onder mensen, zal de oorlog voor de waarheid zijn.
Deze oorlog zal plaatsvinden binnen elk individu, zijnde een strijd tegen de eigen onwetendheid, agressie en irritatie.
Alleen een radicale transformatie van ieder mens kan een begin vormen van een vreedzaam leven voor alle mensen.
Tekst en Schilderij van Nicholas Roerich

-----------------------------------------------------------------------------------

Drie wijze mannen opgesloten
(..en de deur die bijna open was)

Hoe kan er een slot zitten op de deur van het bestaan? De deur is open!

Een parabel: een koning wilde de wijste man onder zijn onderdanen uitkiezen als zijn eerste minister.


Toen de zoektocht zich uiteindelijk versmald had tot drie mannen, besloot hij om ze aan de ultieme test te onderwerpen. Daartoe liet hij ze plaatsnemen in een kamer in het paleis waar een slot op zat gemonteerd dat het toppunt van mechanisch vernuft was. De kandidaten kregen te horen dat wie het als eerste lukte om de deur open te krijgen tot de eervolle positie benoemd zou worden.

De drie mannen begonnen onmiddellijk aan de taak. Twee van hen begonnen meteen ingewikkelde wiskundige formules uit te werken om de juiste slotcombinatie te vinden. Maar de derde man zat gewoon in zijn stoel en deed niets. Uiteindelijk, zonder de moeite te hebben genomen om pen op papier te zetten, stond hij op, liep naar de deur, draaide aan de deurknop en de deur ging open. Al die tijd was deze niet op slot geweest!



Zo zit het in mekaar. Er zit niets op slot, de deur is open. Terwijl mensen zich het hoofd breken over hoe je het slot nu moet openen. Mensen proberen allerlei methoden uit, ondernemen duizend-en-één dingen, om er maar uit te komen. Terwijl ze er in feite al uit zíjn. Nooit zullen ze de waarheid van de situatie kennen als ze niet ophouden met al dat denkwerk.
De mens verkeert niet in slavernij, dat denkt hij alleen maar. Omdat hij zo denkt, verkeert hij in slavernij. Er is geen verschil tussen een boeddha en een gewoon mens. Maar de gewone man denkt dat er een verschil is – en dan is het er ook.

Je creëert je eigen gevangenis, je slot. En dan probeer je manieren te bedenken om eruit te komen.
Het boeddhisme snijdt met één klap de knoop door. Het boeddhisme zegt: er is geen slot, er is geen knoop om door te snijden. Dat is wat ik bedoel als ik zeg dat het boeddhisme de knoop met één klap van het zwaard doorsnijdt.

Je hoeft nergens heen, je hoeft niets te doen. Je bent er al en je bent dat al: doe gewoon je ogen open.
Denk eens aan die twee denkers -het waren vast wiskundigen, het waren vast ingenieurs- natuurlijk zijn ze tot de conclusie gekomen dat het slot een staaltje van groot mechanisch vernuft moet zijn geweest en dat ze de juiste combinatie moesten zien te vinden. Ze begonnen eraan te werken.


Wel, ze hadden er een eeuwigheid aan kunnen werken – denk je dat ze er ooit waren uitgekomen? Er was met geen mogelijkheid een oplossing te vinden, want om te beginnen bestond het probleem niet eens.
In feite raken ze er steeds verder in verstrikt. Ze raken er steeds verder in verstrikt –niet in het probleem, want er is geen probleem, maar in de antwoorden die ze zullen verzinnen.

Dat is waar mensen vast zitten. De ene is een hindoe, hij zit vast in zijn antwoord. De ander is een christen, hij zit vast in zijn antwoord. Mensen zitten vast in filosofieën en je hebt geen filosofie nodig. Het leven heeft genoeg aan zichzelf. Het heeft geen uitwerking nodig, het heeft geen uitleg nodig, het heeft geen analyse nodig.

Maar als je deel gaat uitmaken van een analytisch spelletje, dan kan het eindeloos door blijven gaan. Het een leidt tot het andere, en dat tot weer iets anders en je zit in een ketting. En omdat het probleem nooit opgelost zal worden, omdat er geen probleem is om op te lossen, moet je wel door blijven zoeken naar antwoorden.

Het boeddhisme brengt je weer met je voeten op de grond. Het zegt: kijk eerst eens of de deur wel op slot is, of er wel een slot op de deur zit.
Die is er niet. De deur is open.

Hoe kan er een slot zitten op de deur van het bestaan?
Wij maken er deel van uit – wie gaat hem op slot doen? Waarom? Wie gaat er een probleem van maken? En waarvoor? Wij zijn het bestaan: we zitten erin, het zit in ons. Als je dit ziet, ontspan je. In die ontspanning rijst de visie omhoog.

Dat is wat er met de derde man gebeurde. Hij zat niets te overwegen, te bedenken, te analyseren, uit te vinden, af te leiden. Hij zat daar gewoon in zijn stoel niets te doen. Dat is waar meditatie helemaal om draait.
Het Engelse woord ‘meditatie’ is geen goed woord, want in het Engels betekent meditatie ook ‘denken over, mediteren op.’

In het Engels is er geen goed woord om dhyana te vertalen, want dhyana betekent juist ‘niet op mediteren,’ dhyana betekent juist ‘niet over denken.’

Dhyana betekent niet iets doen, gewoon ontspannen en zijn.

Als je gewoon stil bent en niets doet, is je perspectief oneindig, is je perceptie helder, kun je door en door kijken. Door stil in zijn stoel te zitten, niets te doen, kon de man zien dat er geen slot op de deur zat. Hij stond gewoon op, draaide aan de knop en ging naar buiten.
Dat heb ik ook zo ervaren. Dit is niet zomaar een parabel, geen verzonnen parabel. Het is de parabel van alle boeddha’s: zo is het nu eenmaal. Dit is niet zomaar een verzonnen verhaal, het is de gecondenseerde ervaring, de meest essentiële ervaring van alle boeddha’s – dat er geen slot zit op de deur.

Ga gewoon stil zitten, bereik een staat van zien, van zuiverheid, waar geen gedachte je stoort, waar geen wolk van gedachte door je bewustzijn rondwaart –maak gewoon de spiegel schoon van het stof van gedachten- en plotseling kun je zien dat er geen slot is, geen deur, geen vijand, geen dood, geen geboorte. En je hoeft nergens heen en je hoeft niemand te worden. Je bent volmaakt zoals je bent.

Je zit al in die ruimte die paradijs wordt genoemd. Begin er maar eens van de genieten, maak er geen probleem van. Zo gauw je er een probleem van maakt, hou je op met genieten. Hoe kun je nou genieten als je het probleem niet oplost? En het ene probleem schept tien problemen ... tot je er misselijk van wordt.
Snij het eerste probleem door! Het leven is geen probleem. Boeddha zegt: het leven is simpel.

Osho: Take It Easy - 13 Discourses based on the doka of the Zen Master Ikkyu, Vol. 2, p 98-101.
Meer: 1001 verhalen.

______

Het Leven is niet een probleem dat moet worden opgelost.
Het Leven is een Mysterie dat moet worden geleefd.
~ Osho




-------------------------------------------------------------------- 

Laten we de sterren bekijken.

Helena Roerich
(On Eastern Crossroads - Arrows of thoughts)

Laten wij de sterren bekijken...
Er werd ons verteld dat het vat met wijsheid uitgegoten werd vanuit Tushita* en de druppels van dit miraculeus elixer tot verlichting kwamen in de ruimte.



Maar de leraar zei: "Aldus, verlicht de toppen van de pijlen van het denken want het denken doordringt de stralende substantie en creëert werelden."
Creatieve gedachte!
Houd niet op de ruimte te versieren met de bloemen van licht.
Tushita - Hemel / Heavenly realm

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Te velen van ons zijn in slaap; we slapen en dromen.
G. de Purucker
(uit: Wind van de Geest)

We dromen dromen en maar al te vaak zijn dat boze dromen, want ze zijn opwellingen uit ons lagere, persoonlijke en gauw zelfvoldane ego.
Maar anderen onder ons dromen visioenen van onvergelijkelijke schoonheid – en ik bedoel niet alleen fysieke schoonheid, maar alle schoonheid: geestelijke en intellectuele, ja, ook de schoonheid van de verbazingwekkende natuur om ons heen.
En telkens als we door een nieuw wonder worden getroffen, maakt dat ons iets meer wakker.
O, wat zijn we in slaap, en wat beseffen we weinig wat we zijn en wat zijn we onbewust van de rijkdommen om ons heen die ons ten deel kunnen vallen als we dat willen!
Want niets anders staat dat in de weg dan wijzelf.


Niemand is zo blind als hij die weigert te zien; niemand zo doof als hij die weigert te horen; en aan de andere kant is niemand zo wijs als hij die elke nieuwe ervaring in het wonderlijke avontuur van het leven tegemoet treedt met het gevoel: 'daarachter wacht me een Engel, ik moet hem vinden en leren wat die hemelse boodschapper mij wil zeggen'.
Dat geldt voor iedere ervaring..
~ ☼ ~


Met mevrouw Blavatsky in de kunstenaarswijk van Rome



Een geromantiseerde historische reconstructie
 Deel 4 - Een angstig avontuur

                                                             (J. de Kler)

Rome blijft een stad, waar een wat antiek aandoende vorm van Katholicisme bestaat naast een nog veel oudere heidense cultuur. Dit koppige mengsel voert als vanzelf tot de ‘dolce vita’ beleving die lijkt te verklaren waarom ieder er vrede mee schijnt te hebben, als deze stad op deze wijze eeuwig zou blijven bestaan.

Voor velen is dit mengsel onweerstaanbaar. Het leven van de uitgaande wereld speelt zich voor een belangrijk deel af rond het Corso en drie erop uitkomende winkelstraten: de Via Condotti, (waar men thans dan ook minstens 40 winkels van allure aantreft, van Gucci, Runci en Ferrara aan het ene einde, tot Battistoni en Fragiacomo aan het andere einde), de Via Borgognona, en: de Via Frattina, in welke laatste straat mevrouw Blavatsky haar hotel had uitgekozen. In deze buurt flaneerden al heel wat ons bekende figuren, waaronder de Graaf van St. Germain en Monseigneur Leadbeater. Ook Helena kon er maar met moeite afscheid van nemenMáár… er zijn spannende veranderingen op til! De hierbij gaande aflevering is een eerste aanloop om u hierop een béétje voor te bereiden.
Mary Flynn staarde met opengesperde angstogen naar het afschuwelijke gelaat met de satanische grijns. Uit de hypnotische ogen van de man, die strak op haar gevestigd waren, scheen een dwingende invloed te stromen, waaraan geen ontkomen mogelijk was. Dit was nu precies wat zij gelezen had in de boeken over fakirs, die je helemaal in hun macht kregen, zodat je willoos aan hen was overgeleverd. De sadistische dubbele plooi rond de mondhoeken! En die laag op het voorhoofd geplaatste, aan de uiteinden in tegengestelde richting omgebogen rimpels. Die intens valse gluur!
Dan zag ze tot haar ontzetting hoe zijn rechterhand naar het gevest van een dolk kroop, die hij dan langzaam uit de schede begon te trekken… Mary verstijfde over het gehele lichaam, terwijl haar adem steeds sneller ging. Op dat moment keek mevrouw Blavatsky, een paar kraampjes verder op de Spaanse Trappen, toevallig op van het antieke boek dat ze had ontdekt.

“Oh, niet opnieuw!” steunde ze. Zij herkende alle symptomen van een op handen zijnde neurotische aanval. Zo snel ze kon, baande zij zich een weg door de winkelende menigte naar Mary en posteerde zich breeduit voor het meisje, zodat ze haar blikrichting onderbrak. Ze wuifde een hand een paar maal voor de ogen van Mary en zei gebiedend: “Kijk naar mij! Kijk naar mij Mary!” Het lukte! Ze was nog maar net op tijd. Helena hield de blik van haar reisgenote gevangen en ging over op haar gebruikelijke manier om haar tot kalmte te brengen. “Hij wil me vermoorden!” stootte Mary uit.  “Hij heeft een dolk!” Haar mond vertrok zich in een angstgrimas.  “Wel nee, liefje”, suste Helena.  “Die man is dóódonschuldig, heus. Heb je dat bordje achter hem niet gezien? Hij verhuurt zich gewoon als schildersmodel. We zijn hier in de kunstenaarswijk! Net als zoveel anderen, wil hij gewoon een extraatje verdienen. Dikwijls zijn het werkeloze acteurs, die weten hoe ze zich moeten grimeren, om er zo echt mogelijk uit te zien. Die man waar je zo bang voor was, heeft zich verkleed als bandiet. Dergelijke types vind je altijd op de Spaanse Trappen. Het is eigenlijk officieel verboden, omdat vrouwelijke modellen het wel eens al te bont maakten. Maar tegenwoordig laat men het weer oogluikend toe.”

Al pratende troonde zij Mary mee, naar het bijna bovenste bordes van de trap, waar een zitje was op een klein terras. Even pauzeren onder het genot van een thé-complet* was nu aangewezen. Babaji zag zij nergens, maar die zou zo direct wel weer opduiken. Allereerst moest ze hem dat antieke boek uit zestienhonderd zoveel, in de Franse taal, met Luigi laten afrekenen. Dat zeldzame werk over een Meester uit die periode zou ze zich niet laten ontgaan. Omdat het in vrij slechte staat was, zou het stellig niet al te veel kosten. De man die van al die beroering de oorzaak was geweest, wierp zij onderwijl een vernietigende blik toe, met al de inzet van haar aristocratische waardigheid.
*Thee compleet (Thee drinken)

Hij lachte een beetje schaapachtig,  totaal niet beseffende hoe gelukkig hij was, dat hij niet behoorde tot de onderdanen van Vadertje Tsaar, want anders…! Terug bij Mary, die er al wat normaler begon uit te zien, ontdekte ze, dat Babji inmiddels ook weer was verschenen. Hij bleek een gidsje voor Rome te hebben gekocht. Wel een beetje laat, vond Helena, die hem daarover dan ook onmiddellijk begon uit te foeteren. Mary, die dol was op koekjes, genoot al van haar thé-complet, vooral toen ze ook nog een tiramisú mocht eten. Ondertussen ging Helena door, met haar zoveel mogelijk af te leiden door haar te vertellen over de omgeving vlak bij.

Vrijmetselarij

Zo was daar, iets verder terug, schuin aan de overkant, het gebouw waar Cagliostro’s Loge bijeenkwam, om met behulp van de nieuwe Egyptische ritus een kapucijner monnik uit Parijs, als vrijmetselaar in te wijden. Cagliostro was naïef genoeg om te menen dat de Paus hiermee akkoord zou gaan. Hij dacht werkelijk, dat de R.K. Kerk nu eindelijk in zou stemmen met de beginselen van de vrijmetselarij. Helena vertelde maar niet, hoe deze vergissing van Cagliostro afliep.

Hoe men eerst de echtgenote van Cagliostro, Serafina, tijdens de biecht tot een ‘bekentenis’ dwong, na haar onder druk gezet te hebben, om daarna deze ‘bekentenis’ als reden te gebruiken voor de erop volgende arrestatie van Cagliostro zelf. Dan was er, iets terug en om de hoek, het huis waar de Shelley’s hadden gewoond, het bekende dichterspaar. Ook hierbij liet Helena iets weg. Zeker nu, was het niet het juiste ogenblik om Mary te gaan herinneren aan het Monster van Frankenstein, de kunstmatige mens, die door een enigszins ontspoorde professor tot leven was gewekt. Dit onsterfelijke verhaal, bedacht door Mary Shelley, zou het werk van haar man steeds meer gaan overschaduwen. Mevrouw Blavatsky bedacht ondertussen, dat één of andere verwijzing naar dit gegeven in haar nog te schrijven Geheime Leer, zeker niet mocht ontbreken, al was het alleen maar om duidelijk te maken, welke zielebestanddelen door de professor vergeten waren. Ze herinnerde zich trouwens duidelijk, dat Meester Koot Humi hierover geschreven had in een brief aan Sinnett. Was het niet 1882?  Of was het al 1883? Wel, dat deed er eigenlijk niet toe. Wat ze nog wel wist, was, dat Koot Humi toen had verzekerd, dat inderdaad een kunstmatige mens leven zou kunnen worden ‘ingeblazen’. Dat zou dan gaan met een soort inenting. Zo zou men dan zelfs doden weer tot leven kunnen wekken. Tegelijk dacht ze aan de uitspraak van Percy Shelley, die vertelde dat hij graag heel laat erop uit ging om te genieten van het purperen en gouden licht van een Italiaanse avond, vooral wanneer een dergelijke hemel zich welfde over de majestueuze eenzaamheid van een ruïne uit de oudheid. Zulke poëtische wandelingen duurden dikwijls tot het ochtendgloren, wanneer het ontwaken van de stad de geheimzinnige geesten van het verleden weer verdreven.


Mevrouw Blavatsky had reeds lang die raad van Percy ter harte genomen. Ook vanavond zou ze weer eens zo’n wandeling kunnen ondernemen, al zou ze het echt niet laten duren tot het ochtendgloren. Het enige was dat ze altijd moest wachten tot Mary sliep. Daarna kon zij zelf er volkomen veilig op uitgaan, omdat Babaji (kozenaampje voor Babula) een gespierde knaap uit Goedzjerat, dan altijd – uiteraard gewapend – een paar passen achter haar liep.

De geheimzinnige verschijnselen bij Mary Flynn

Zo te zien zullen de beide dames en Babaji nog wel even bezig zijn met te pauzeren, om Mary te laten bijkomen van de schrik. Ondertussen hebben wij even de gelegenheid om ons te verdiepen in een paar vragen. Ten eerste dan: wat was er nu eigenlijk aan de hand met Mary Flynn. En dan: Was mevrouw Blavatsky nu antireligieus of niet? Maar eerst: Mary, hoe zat dat met dat kind? Mary was nu zo ongeveer van dezelfde leeftijd als Helena, toen die ontsnapte aan het huis van haar grootouders, om te beginnen met haar wereldreizen, n.l. ca 18 jaar. Als een opmerkzaam toeschouwer heeft u natuurlijk allang begrepen, dat er met haar iets loos is. En dat is ook zo! Dat is eigenlijk een lang verhaal. Het meisje toonde in India al tekenen van, wat we zouden kunnen omschrijven als ‘extatische overspanning’ Medici zouden het misschien plompverloren aanduiden als ‘neurotisch’. Nu is dat laatste helemaal geen schande en zelfs niet erg. Sterker nog: een neurotische aanleg kan soms de stimulans zijn tot het zich ontwikkelen van een verborgen talent. Zoals een oester, die last heeft van een in de schelp binnengedrongen zandkorrel er dan als verweer een stof omheen afscheidt, die tenslotte een parel blijkt te zijn geworden. Helaas was in die tijd, ruim honderd jaar geleden, de westerse psychologie nog niet tot dat inzicht gekomen, zodat de ouders van het meisje niet goed wisten wat ze met haar aanmoesten. Toen mevrouw Blavatsky dan ook besloot naar Europa af te reizen, begin 1885, zagen zij daarin een unieke gelegenheid om het meisje op een veilige manier mee te laten reizen naar familie in Engeland die dan ervoor zou zorgen dat ze op een ‘finishing school’ zou kunnen worden geplaatst. Niet alleen dat Dr. Franz Hartmann die reis zou meemaken, althans een belangrijk deel ervan, was gunstig, maar ook dat Mary al sinds vorig jaar een dweperige gehechtheid voor Helena aan den dag gelegd had. Bovendien had ze grote belangstelling voor boeddhisme en theosofie. Ook leek het wel, dat bepaalde paranormale vermogens zich bij haar begonnen te ontwikkelen. Al meermalen bleek zij verschijningen in de buurt van mevrouw Blavatsky te zien, die zij omschreef als ‘Meesters’.

Haar geaardheid maakte ondertussen wel, dat ze voor Helena een bron van zorgen was, omdat ze voortdurend in het oog gehouden moest worden en men haar eigenaardigheden moest ontzien.

Was mevrouw Blavatsky tegen het Katholieke geloof?

Helemaal niet! Laten wij b.v. eens lezen wat zij in haar brief van toen zeven jaar geleden schreef aan haar tante, Madame Fadayev:

Het is de 8e juli vandaag, een dag die alle tekenen van het noodlot draagt, maar God alleen weet, of de wending van het ‘lot’ goed of slecht zal zijn. Vandaag is het precies vijf jaar en één dag geleden, dat ik naar Amerika kwam en op dit ogenblik ben ik net terug van het ‘Supreme Court’, waar ik een eed van trouw aflegde aan de Amerikaanse Republiek en de Constitutie.
Voor een heel uur ben ik nu al een burger met gelijke rechten als die voor de President zelf. Tot zover is het in orde: de uitwerking van mijn oorspronkelijk lot heeft mij tot deze naturalisatie gedwongen.
Tot mijn uiterste verbazing en afkeer echter, heeft men mij gedwongen, om in het openbaar als een papegaai de volgende tirade te herhalen, die mij door de rechter werd voorgezegd: dat ik moest afstand doen voor eeuwig en zelfs tot aan mijn dood van elke soort onderwerping en gehoorzaamheid aan de Keizer van Rusland; dat ik afstand zou doen van alle gehoorzaamheid aan de machten die door hem waren gevestigd en aan de regering van Rusland, en dat ik zou aanvaarden als mijn plicht om te verdedigen, lief te hebben en te dienen enkel en alleen de Constitutie van de Verenigde Staten, zo helpe mij God waarin ik geloof! Ik vond het dood-eng toen ik deze verachtelijke herroeping van Rusland en de Keizer uitsprak. En zo ben ik niet alleen een afvallige van onze geliefde Russische kerk, maar ook een politiek renegaat. Een mooie situatie om in terecht te komen! Maar hoe moet ik het aanleggen om niet meer van Rusland te houden, of de Keizer niet langer te respecteren? Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan.’
(tot zover de brief)


Het is duidelijk dat iemand die het heeft over ‘onze geliefde Kerk’ nu niet direct beschouwd kan worden als anti-religieus of anti-katholiek. Waarom zou ze ook? Ze was volgens alle regels van de Russische Kerk gedoopt, en zo’n doop is niet niks! Ik weet niet of u wel eens een officiële doop van de Kerk van het Oosten, de zogenaamde Orthodoxe Kerk heeft meegemaakt. Het eerste wat opvalt is de ontzagwekkende grootte en vooral diepte van het doopvont.³ Men gaat namelijk onverbiddelijk totaal kopje onder.


Voor kinderen is dat helemaal een beproeving. Om te beginnen wordt het te dopen kind ontdaan van alle kleding en dan van top tot teen ingesmeerd met – uiteraard gewijde – olie. Onder gezang pakt dan de Pope (Priester) het glibberige kind bij de handjes vast en dompelt het driemaal onder, zodat telkens alleen de polsen van de Pope boven water blijven. Hij heeft de mouwen van zijn brocate gewaad opgestroopt. De drie onderdompelingen gaan zo ongeveer in het tempo van een langzaam geteld ‘een-en-twintig, twee-en-twintig, drie-en-twintig’, het is gewoon angstig om te zien.
In feite is er natuurlijk heel weinig kans dat er water in de longetjes komt. Iets anders is natuurlijk de kans dat het kind uit zijn greep glibbert, met al die olie. Maar zelfs als dat mocht gebeuren, heeft de assisterende klerezij de baby toch vrij gauw in het toch altijd minstens 70 cm diepe doopvont teruggevonden, voordat er ernstiger dingen gebeuren. Misschien begrijpt u nu, waarom Russen vrijwel nooit meer dan twee doopnamen hebben. Die  Russische namen zijn toch al zo lang! Iets korts en simpels, zoals Jan, Piet of Cor is er voor hen gewoon niet bij. Het is bijna altijd zo iets als Vladimirovich of Gustavovich enz.
Een kind te willen noemen naar drie, vier of zelfs meer beschermheiligen is eenvoudig vragen om moeilijkheden. Het moge dan waar zijn, dat al de tijd dat de Pope staat te pompen met dat kind, er inderdaad geen water in de longetjes komt, maar voor zuurstofopname is óók geen tijd. Na één doopnaam alleen al zie je het wicht, als het een fractie van een seconde met het mondje boven water komt, gewoon naar adem snakken. Eén ding is zeker: schreeuwen of huilen doen ze beslist nooit zolang die waterbeproeving doorgaat. Daarna durven ze het meestal ook niet meer. Ik geef u de verzekering dat zo’n doop je bijblijft al ben je nog zo jong. Maar hoe ging het met Helena?

Hoe Helena haar doop overleefde

Helena was, toen ze gedoopt werd, héél erg jong. Dat niet alleen, maar haar hele doop was bijna een drama geworden. Om te beginnen was ze véél te vroeg geboren. In iedere normale gynaecologische moderne inrichting zou ze onmiddellijk van het kraambed naar een couveuze overgezwiept zijn. Niet echter in het Rusland van meer dan anderhalve eeuw geleden. De toekomstige Helena bleek midden in een razendsnel om zich heen grijpende cholera-epidemie terecht te zijn gekomen ook nog. De mensen stierven bij bosjes, het was maar al te duidelijk dat de Engel des Doods van Jekaterinoslav, Waar Helena ter wereld kwam, geheel bezit genomen had. Na één blik op het tere lijfje van de pasgeboren baby, gat niemand het nog een ‘kopeke’ voor haar leven. Om haar niet ongedoopt vor Petrus te laten verschijnen – wat een behoorlijke handicap is – achtte men het absoluut noodzakelijk om onmiddellijk de doop op de geboorte te laten volgen, zo vlug als enkele genodigden uit de directe omgeving ter plaatse zouden kunnen zijn. En zo gebeurde het.

Het was een doop in stijl, zoals de voorname familie waarin de boreling terecht gekomen was betaamde. Haar vader ontbrak, want die was, als cavalerie-officier met zijn regiment in Polen, waar natuurlijk weer eens een oorlog woedde. Maar verder waren er talloze genodigden, die elkaar verdrongen rondom het doopvont, om de plechtigheid te volgen, die op zijn minst een uur zou gaan duren. Alle omstanders waren uitgerust met de vereiste rituele kaars in de hand, brandende en wel.

Dergelijke kaarsen zijn bij de Orthodoxe kerk ongeveer 70 centimeter lang. Onder de genodigden was ook een tante, namelijk Nadja, amper drie jaar oud, die door haar moeder Prinses Helena Dolgurokova was meegebracht. Nadja was een schattig meisje, en heel pienter. Haar moeder, de prinses, had zich voor deze gelegenheid gestoken in een stemmige en toch elegante mousseline japon met pofmouwtjes en een schort van Napolitaanse, geborduurde zijde.

Op haar weelderige blonde haardos droeg ze één van haar eenvoudigste diademen. In één woord: ze was een plaatje, vooral omdat het licht van zeker een 40 tal kaarsen in de diamanten van haar diadeem duizendvoudig schenen te weerkaatsen, wat maakte dat ze wel een aureool leek te hebben. Veel van de mannen werden dan ook afgeleid, terwijl de andere dames afgunstig naar haar keken. Dit alles was misschien één van de oorzaken, dat men niet al te goed oplette. Een van de meisjes van de huishouding, die helemaal weg was van Nadja, vond dat ze ook wel een klein kaarsje mocht beethouden. Ze gaf haar daarom een halve kaars, toch altijd nog ca 35 cm lang.

Ze had beter moeten weten. In het begin hield Nadja braaf de kaars afwisselend in haar rechter en dan weer in haar linker knuistje geklemd. Nadat bijna een uur verstreken was, begon ze toch aardig vermoeid te raken. Ze ging daarom maar op de betegelde vloer zitten. Daarna probeerde ze of ze de kaars vast op de tegels kon zetten, door een beetje kaarsvet op de grond te druppelen en de kaars daar vast bovenop te plaatsen. Het lukt ook nog! Ze zat net triomfantelijk te kijken, toen de Pope eindelijk Helena uit het doopvont tilde en haar overgaf aan één van de zes aanwezige peetouders, die haar onmiddellijk in doeken wikkelde, om haar weg te brengen. Daarbij deed de ongelukkige Pope een stap achteruit, waardoor de zoom van zijn gewaad in aanraking kwam met de vlam van Nadja’s kaarsje, dat omviel.¹
Met grote ogen zag het meisje, hoe een vlam vrij langzaam omhoog begon te kruipen langs het zware gewaad… Klein als ze was, besefte zij dat er maar één taktiek nu aangewezen was:  weg wezen! Vliegensvlug kroop ze langs alle benen van omstanders naar de buitenkant van de kring. Ze was daar nauwelijks, of de eerste pijnkreten barsen los… Zowel de Pope als een paar genodigden liepen ernstige brandwonden op. Het klinkt u misschien vreemd in de oren, maar de kleine Nadja was echt een tante van Helena.²
Het is te begrijpen dat zo’n gebeurtenis, die aan Helena pas veel later verteld werd, een bijzonder soort band tussen de meisjes schiep. Helena schreef haar dan ook dikwijls, zoals moge blijken uit de brief in het voorgaande aangehaald over de eed die Helena in Amerika moest afleggen.

Maar ik zie dat Helena, Mary en Babji inmiddels klaar zijn met hun thé-complet en de wandeling gaan voortzetten, maar daarover later.



Noten
¹ Dat vuurwerk, waarvan de kleine Nadja, (wat eigenlijk voluit Nadyezhda is, wat ‘hoop’ betekent) per ongeluk de oorzaak was, heeft bij tegenstanders wel ertoe geleid, dat men daar duivelse oorzaken in zag.  De feiten waren echter, dat na de geboorte van Helena, de cholera epidemie ineens ophield, althans in het gezin dat Helena was komen versterken. Over deze bijzonderheid hoort men deze tegenstanders echter nooit natuurlijk. Overigens scheen de doop Helena toch goed te hebben gedaan, want ze knapte gaandeweg op. De doop had bij haar het effect van een couveuse…. Het was wel een beetje een paardenmiddel. Misschien hield ze daarom van paarden?

² Dit komt nu praktisch niet meer voor, maar vroeger wel. In grote gezinnen kwam het voor, dat het jongste kind geboren werd iets vóór de eerste geboorte uit het huwelijk van de oudste zoon of dochter. Prinses Helena Dolgurkova was de grootmoeder van moederszijde van Helena. De moeder van ‘onze’ Helena werd geboren in 1814, terwijl Nadja, als laatste kind geboren werd in 1829.
Naschrift voor lezeressen die overal het naadje van de kous van willen weten: Het schijnt dat Nadja gekleed was in een jurkje van Jaconet, een soort katoen, dat vroeger meestal afkomstig was van Jaganatha, in India, vandaar de enigszins verbasterde naam. Tegenwoordig wordt het meestal als Juggernau geschreven. Jaarlijks wordt daar een enorm hoge en zware Tempelwagen rondgereden. Het komt bijna altijd voor, dat fanatieke gelovigen zich voor de wielen gooien, om zich zo te offeren aan de God Vishnoe. Merkwaardig is, dat Juggernaut in de Geheime Leer II speciaal genoemd wordt. Ook Nadja had, zo klein als ze was, toch een soort noodlots-invloed op een aantal gelovigen. Ze overleefde ook nimmer de reputatie een ‘vuurheks’ te zijn. Door mannen werd zij daarom maar liever gemeden. Zo bleef zij ongetrouwd en eenzaam. Haar enige afleiding was het veelvuldig schriftelijk contact met Helena, ofschoon ze die af en toe ook ging opzoeken, maar toen die in 1891 was overleden, viel ook dat weg. Ze overleefde Helena met 28 jaar en stierf pas in 1919, na ook nog de Bolsjewistische revolutie te hebben moeten meemaken. Zij was toen 90 jaar.

³ Volgens Erich Neumann van de Bollingen Foundation, is het grote doopvat een symbool dat is overgebleven uit het vóór-Christelijke matriarchaat. Naar deze opvatting symboliseert de onderdompeling in het vat de terugkeer tot de geheimzinnige baarmoeder van de Grote Moeder en de onderdompeling in het vruchtwater, het ‘Water des Levens’. Zo beschouwd is het diepe doopvat een alchemistisch vat van vernieuwing en transformatie (‘The Great  Mother’ door Erich Neumann, pag 326 en 327). Van die laatste pagina is de hierbij gaande afbeelding van de dopende Engel afkomstig, (zie blz. 20).


(Wordt vervolgd)

***

ZOMER-HERFST Editie 2021

------------------------- Bij de Voorplaat   … Belangrijk (HPB) De Helende Kracht van Water (Omraam)  Urusvati.( Het Nieuwe Tijdperk ...