zondag 13 januari 2019

Digitale Winter 2018-2019

-----------------
Inhoud:

- Theosofie in Nederland (TVN) – korte uitleg-   
- Het voelen ontwikkelen (White Eagle) 
- Liefde (Omraam) 
- Is er een verband tussen water, wijn, bloed en liefde? (Omraam Mikhaël Aïvanhov)  
- Vrouwzijn en Zwangerschap (Omraam)       
- De Zon- (Omraam)                                                       
- Leren werken met Maanfasen                                                           
- De Hemelse Vader en Moeder     
- Agni Yoga - 336 / 337   
---------------------------------------------------------------------

Theosofie in Nederland (TVN) – korte uitleg-

De TVN (Theosofische Vereniging in Nederland) maakt deel uit van de internationale Theosophical Society, waarvan het hoofdkwartier sinds 1882 gevestigd is in Adyar, een voorstad van Chennai (Madras), India.


De Theosophical Society werd in 1875 opgericht te New York door H.P. Blavatsky, H.S. Olcott, W.Q. Judge en anderen, en heeft nationale afdelingen in meer dan 49 landen.

De Theosophical Society bestaat uit studenten die bij eender welke religie aangesloten kunnen zijn of bij geen enkele. De leden hebben met elkaar gemeen dat ze de drie doeleinden van de vereniging onderschrijven, dat ze religieuze tegenstellingen willen oplossen, dat ze mensen van goede wil bijeen willen brengen ongeacht hun religieuze overtuiging en dat zij religieuze waarheden willen bestuderen en de resultaten van die studie met anderen willen delen.

Zij zijn van mening dat Waarheid gevonden kan worden door studie, door reflectie, door zuiverheid van leven en door toegewijd te zijn aan hoge idealen.

Zij zien de Waarheid als dat wat de moeite waard is om naar te streven, niet als een dogma opgelegd door een autoriteit.

Zij vinden dat een overtuiging het resultaat zou moeten zijn van individuele studie of intuïtie, en niet daaraan vooraf zou moeten gaan, en gebaseerd zou moeten zijn op kennis, niet op aanname.

Zij zijn tolerant jegens allen, ook jegens die intolerant zijn, niet als een voorrecht om te verlenen, maar omdat ze dat als hun plicht beschouwen. Zij trachten onwetendheid weg te nemen in plaats van deze af te straffen. Zij zien elke religie als een uitdrukking van de Goddelijke Wijsheid. Zij geven er de voorkeur aan om religies te bestuderen in plaats van deze te veroordelen, om Goddelijke Wijsheid in praktijk te brengen in plaats van mensen ertoe te bekeren.
Zoals Waarheid het doel is, is Vrede het wachtwoord.

Theosofie is de belichaming van waarheden die aan de basis liggen van elke religie en waarop geen enkele godsdienst het alleenrecht kan doen gelden.

Theosofie biedt een filosofie die het leven begrijpelijk maakt en die laat zien dat de evolutie geleid wordt door rechtvaardigheid en liefde. Zij geeft de dood haar juiste plek, als een steeds terugkerende gebeurtenis die de poort opent naar een voller en stralender bestaan in een leven dat geen einde heeft.

Theosofie geeft de wereld de Wetenschap van de Geest terug, door de mens te leren de Geest te zien als zijn werkelijke zelf en zijn denkvermogen en het lichaam als de dienaren daarvan. Theosofie verheldert de geschriften en leringen van religies door hun verborgen betekenis te ontsluieren, en aldus de juistheid ervan aan het denkvermogen aan te tonen zoals de gegrondheid ervan altijd bewezen is in de ogen van de intuïtie.

Leden van de Theosofische Vereniging bestuderen deze waarheden en theosofen trachten ernaar te leven. Iedereen die bereid is te studeren, tolerant te zijn, naar het hoogste te streven en volhardend te werken is welkom als lid.

Het is aan elk lid zelf om een ware theosoof te worden.
--------------------------------------

Het voelen ontwikkelen
uit: ‘De Lichtbrenger’ blz. 82/83

De wereld gaat vooruit, ook al is deze vooruitgang misschien niet merkbaar voor jullie die geblinddoekt zijn en je slechts gedeeltelijk bewust zijn van wat er in jullie eigen leven of in het collectieve leven van de wereld gebeurt.

Wat je visie vertekent is het aardse denken, dat zich vanuit zijn eigen lage niveau een mening vormt.

Dit aardse denken heeft niet het vermogen om te zien dat de ziel van hetzij het individu, hetzij de aarde zelf, geleidelijk wordt bezwangerd door de goddelijke geest.

De ziel van de aarde wordt gecreëerd door pijn en moeite.

Je bent het er misschien niet mee eens, omdat je niet de volle betekenis van zogenoemde pijn bevat.

Pijn is vreugde.

Je kunt met ontzettend veel vreugde pijn voelen.

Ken je niet het intense gevoel van van vreugde dat voor jou pijn is?

Groot geluk, uitzonderlijk geluk kan pijnlijk zijn.

Pijn en vreugde zijn aan elkaar verwant, omdat ze twee aparte aspecten van één en hetzelfde zijn; licht en schaduw, die beide uit hetzelfde principe voortkomen.

Door het ondergaan van pijn krijgt de ziel haar vorm en wordt ze gesterkt en opgebouwd.
Wanneer je dit eenmaal weet, zul je voor geen enkele ervaring terugdeinzen.

Je zult leren om pijn te verwelkomen wanneer je begrijpt wat pijn kan doen, wat pijn in wezen is.

Want pijn is de bouwstof van de ziel, maakt haar mooier door het vermogen te ontwikkelen om te voelen; door de intuïtie te ontwikkelen, dat zesde zintuig dat in de Nieuwe Tijd universeel zal worden en jullie in staat zal stellen om in andere werelden te schouwen, en het aardse denken, het uiterlijke zelf bewust zal maken van waarheden van universeel, van hemels leven.
~☼ ~






LIEFDE
Omraam~
Dat de mens liefde noemt, kan op het fysieke vlak niet werkelijk volledige voldoening vinden.

Want het is niet het fysieke lichaam dat er behoefte aan heeft om lief te hebben, maar het hart, en daar voorbij nog de ziel en de geest.

Wie zich beperkt tot het fysieke lichaam, kan slechts enkele aangename gewaarwordingen en gevoelens ervaren die vaak in afgunst, agressiviteit en zelfs in haat veranderen.

In de liefde, zoals op vele andere gebieden, moet het lichaam alleen maar als een instrument beschouwd worden, niet als een doel.

Al degenen die samenleven zonder moeite te doen om iets te zoeken voorbij het lichamelijke plezier, veranderen hun leven beetje bij beetje in een hel, want ze zullen tenslotte alleen nog elkaars slechte kanten zien.

Dat ze van hun liefde een uitwisseling op het gebied van de ziel en van de geest proberen te maken, en zij zullen elke dag een nieuw geluk smaken.

Zelfs wanneer ze ouder geworden zijn, zullen ze elkaar onophoudelijk opnieuw ontdekken, zich in elkaar verheugen.

Want het is niet het omhulsel, het vat, het lichaam waar je van houdt, maar zijn inhoud, het spirituele principe, voortgekomen uit de enige en onuitputtelijke Bron.
~ ☼ ~

Is er een verband tussen water, wijn, bloed en liefde?
Omraam Mikhaël Aïvanhov



Op het eerste gezicht kun je niet zien hoeveel verbanden er zijn tussen water, wijn, bloed en liefde.

Toch hebben zij dezelfde symbolische betekenis en spelen ze dezelfde rol in het universum.
Zoals het water noodzakelijk is voor de aarde en de vegetatie die haar oppervlakte bedekt, zo is het bloed noodzakelijk voor ons lichaam waarvan het alle organen bevloeit.

De liefde kan als water gedronken worden, of als wijn (en dan veroorzaakt zij dronkenschap!) ofwel onderhoudt zij net zoals het bloed de levensenergie.

De liefde kan eigenlijk op alle gebieden begrepen worden: op het fysieke vlak is zij water, op het psychische vlak wijn en op spiritueel gebied bloed; zij brengt het leven, de zuiverheid, de onsterfelijkheid.
~ ☼ ~

Vrouwzijn en Zwangerschap
Omraam Mikhaël Aïvanhov
uit: Op aarde zoals in de hemel blz. 663

Negen maanden lang geeft de zwangere vrouw vorm aan het kind in haar schoot door het met haar eigen lichaamsstoffen te voeden.

Maar dit vermogen van de vrouw om een kind te vormen, beperkt zich niet tot het fysieke niveau.


Ook op spiritueel gebied hebben vrouwen dit vermogen en als zij openstaan voor een goddelijk idee en dit als een kiem zouden aanvaarden, kunnen ze bijdragen aan het vormen van een kind, maar dan van een grootser, collectief kind: het Koninkrijk van God.

Dit kind in wording zal echter dag in dag uit zijn moeder steunen en haar tot gids zijn, verlichten, onderwijzen en beschermen.

We denken dat de moeder het kind beschermt.
Ja, op fysiek niveau is dit waar, maar in het spirituele gebied beschermt het kind zijn moeder.

Dus de kiem is hier een idee, alleen maar een idee.

Alle vrouwen op aarde kunnen spiritueel worden bevrucht als zij dit idee van het Koninkrijk van God aanvaarden, wat in andere tradities het Gouden Tijdperk wordt genoemd.




~ ☼  ~


De ZON
~ Omraam ~




De zon is het meest volmaakte beeld van God.
Maar ondanks die volmaaktheid is zij slechts een vorm, en moet je verder gaan om God voorbij die vorm te zoeken.

Zoek God altijd voorbij de vormen.

Wanneer u naar de zon kijkt, doe dan uw best om te voelen dat u zich vóór de beste vertegenwoordiger van God op aarde bevindt.

Die gewaarwording zal bijdragen tot het verheffen van alle vibraties van uw wezen.

Alle elementen in uzelf zullen verrukt zijn, u zult in de hogere gebieden van de ruimte geprojecteerd worden en zelfs het besef van tijd zal worden opgeheven.
U zult, net zoals God, in de eeuwigheid leven.

~ ☼ ~

Leren werken met Maanfasen
Omraam Mikhael Aivanhov


Het is belangrijk om met de verschillende maanfasen te leren werken. Tijdens de wassende maan helpen de fysieke en psychische energieën die de natuur in de mens heeft gelegd, hem om zich te manifesteren als een bewust, actief en wilskrachtig wezen.
Daarna, gedurende de veertien dagen van de afnemende maan, hebben deze energieën eerder de neiging zich terug te trekken om hun wortels te voeden, d.w.z. de maag en de geslachtsorganen: de eetlust en de sensualiteit nemen toe, terwijl de mentale activiteit daarentegen de neiging heeft om af te nemen.

Aangezien deze afwisseling bestaat, is het wenselijk dat je weet hoe je ze kunt gebruiken.
Het is bijvoorbeeld beter om je niet in ondernemingen te storten tijdens de periode van de afnemende maan, want zij lopen het gevaar te mislukken of op grote tegenstand te stuiten.
Maar u kunt elke maanfase gebruiken voor psychische arbeid.
Tijdens de afnemende maan bijvoorbeeld kunt u werken aan bepaalde gebreken en zwakheden waarvan u zich wilt ontdoen, zeggende: 'Zoals de maan aan de hemel kleiner wordt, moge deze of gene zwakheid in mijzelf kleiner worden en verdwijnen.'
En omgekeerd, tijdens de periode van wassende maan, kunt u zich concentreren op de kwaliteiten die u wilt versterken of verwerven.
------------------
Maanfasen en meditatie
Het gemakkelijker om te mediteren tijdens de fase die van de nieuwe maan naar de volle maan gaat dan tijdens de omgekeerde fase, die van de volle maan naar de nieuwe maan gaat. De eerste helft van de maancyclus is een periode van intensivering, absorptie; de tweede helft is een periode van assimilatie en distributie. Op de lange termijn zal de student echt vooruitgang boeken als hij rekening houdt met deze cyclische wet.

Door het verstandige gebruik van nieuw gecontacteerde energieën, houdt men de kanalen van binnenkomst en uitgang van deze energieën open en vermijdt zo emotionele, mentale of psychische congesties die zouden kunnen voorkomen en zouden kunnen leiden tot fysieke stoornissen.

------------------------------------------------------------------------------

~ ☼ ~ 


De hemelse Vader en de goddelijke Moeder - zijn Echtgenote, de natuur - zijn onze echte ouders.
~ Omraam ~


Wie niet voelt dat de Natuur zijn moeder is, kan geen echte band hebben met zijn hemelse Vader.

Het is essentieel dat we ons ervan bewust worden dat we hierboven niet alleen een Vader hebben, maar ook een Moeder, omdat ons leven, net als het leven van het universum, als oorsprong niet alleen het bestaan en de uitingen van het mannelijke principe heeft, maar ook die van het vrouwelijke principe.

We hebben twee ouders in de Hemel.

We moeten deze waarheid aanvaarden met het besef dat het leven niet zal wijken voor de onwetendheid en vooroordelen van de mensen.
Want het leven weet best hoe zich te verdedigen, en zegt ons: 'Waarom probeer je me te verminken door één van de twee principes te schrappen die me tot het leven maken die ik ben?

Ik zal telkens opnieuw de overhand krijgen.'

Een ware religie is in de eerste plaats een onderricht over het leven, over het hele leven, zonder iets weg te snijden of af te scheiden.

~ ☼ ~

(dank aan Pieter P.)
-----------------------------------------------------------------

Agni Yoga - 336 / 337
Geen andere naam zal zoveel aanvallen oproepen als die van Maitreya, want deze is verbonden met de toekomst.

En de mensen zijn bovenal bang voor en raken geïrriteerd over de toekomst.
Wees gereed voor de strijd, terwijl u naar de toekomst streeft.
Maar verberg uw streven niet, want vuur streeft opwaarts en alleen de stap van het streven zal uw eenwording versterken.
De Leer van Agni Yoga moet uw leven innerlijk transformeren.
Maar naar buiten zullen noch hoorns, noch een staart, noch vleugels, noch gewichtig doende minachting noch bijgeloof, noch boosheid uw kenmerken zijn.
Het is van wezenlijk belang niet bang te zijn om uw werkzaamheid uit te breiden, want dit is de beste manier om tot de juiste maatstaf te komen.


Zittend onder een boom, kan men veronderstellen dat dit het centrum van de wereld is.
Maar met het verspreiden van de geestelijke substantie door de hele wereld, worden we als vuur, aldoordringend.

Het bewustzijn is de maatstaf.
Schoonheid verdraagt geen lelijkheid.
Een leugen moet niet worden toegedekt.
Het bewustzijn is de rechter van de beweegreden.
Er zijn zoveel levensfasen, waarin het bewustzijn rechter blijft.
Ontplooi daarom het bewustzijn.
Als wij ons omringen met dode wetten, zou het beter zijn om naar een begraafplaats te verhuizen.
Iets gemiddeldes zal het vuur van de ruimte niet oproepen.
Opoffering wordt door het bewustzijn bekrachtigd, maar wat moet de beitel, die het recht ingrift, precies zijn.
En wat kan de vernuftigheid van zelfrechtvaardiging subtiel zijn.

---------

“ Velen zijn geroepen maar weinigen zijn gekozen! “
Helena P. Blavatsky



-----------------------------------------------------------------------

Mevrouw Blavatsky en de Magische Poort

Deel  8
J. de Kler

Er bestaan Chohans der Duisternis die nooit op deze of op enige andere aarde of bol zijn geboren en die nooit tot de ‘Bouwers van het Heelal’ zullen behoren, de zuivere Planetaire Intelligenties, die bij ieder Manvantara de leiding hebben. De Duistere Chohans hebben tijdens de Pralaya’s de leiding.  (Meester Morya, ‘Mahatmabrieven aan Sinnett’ pag. 515).

De Amulet
Het voorgenomen middaguitstapje,  om Mary een occult bouwsel te laten zien, na een rit door het oude Rome en langs het Colosseum, zou dan nu gaan gebeuren. Het weer was nog altijd prachtig, ofschoon aan sommige bomen toch al wel te zien was dat augustus reeds vorderde. Babula had inderdaad dezelfde koetsier kunnen vinden die hen de vorige nacht naar het gebied van de ruïnes had gereden. Kennelijk begon hij hen nu al als een soort vaste klanten te beschouwen, wat duidelijk van zijn gezicht was af te lezen. Heel in de verte was er al een zweem van brutale gemeenzaamheid aan het ontstaan, iets dat mevrouw Blavatsky totaal niet beviel. Bij het instappen merkte zij bovendien nog iets heel ander op. Hij had een amulet om zijn hals hangen, die bescherming heette te bieden tegen het Boze Oog!

Gisteren droeg hij die nog niet. Dat betekende dat hij haar verdacht over paranormale krachten te beschikken, waarvoor anderen terdege moesten oppassen! In een flits had Helena zijn gedachtegang doorzien. Het geloof aan het Boze Oog was (en is nog steeds) in Italië wijdverbreid. Speciaal wordt het wel in verband gebracht met de godin Pallas Athena Hoe dat zo komt? Wel, het berust op de totaal andere opvatting die de bevolking in Italië heeft over de krachten die kunnen worden uitgeoefend door de hulpdieren van de godin: de uil en de slang. In Griekenland is het iedereen duidelijk, dat dit de dieren zijn die de godin berichten verstrekken over de bewegingen die het vijandelijke leger uitvoert. De uil doet dit ‘s nachts en de slang, die zich gemakkelijk in het hoge gras enz. kan verbergen, doet dat overdag. In Italië is men er echter van overtuigd, dat de ogen van de uil boze stralen uitzenden! Iemand die iets te maken heeft met Pallas Athena, kan dat vermogen daarom óók wel hebben, zo redeneert men. Wat alles nog erger maakte, was dat het in die tempelruïne ook nog krioelde van katten, dieren waarvan men aanneemt dat die door magiërs als hulpdier worden gebruikt.

De paus met het Boze Oog
In Italië werden trouwens ook tal van eerzame en invloedrijke personen ervan verdacht het Boze Oog te bezitten. Een mooi voorbeeld is paus Pius IX, die er helemaal niet boosaardig uitzag, en die in andere landen dan Italië door iedereen direct als een soort beminnelijke oom graag geaccepteerd zou zijn.

In heel Italië boezemde hij echter zijn publiek grote angst in. Natuurlijk gebeurde alles zonder enige opzet zijnerzijds. Daaraan twijfelde waarschijnlijk ook niemand. Het gebeurde gewoon. Totaal onwillekeurig, alsof de arme Pius behekst was. Als de mensen hem tegenkwamen, b.v. bij het uitgaan van een kerk, maakten velen ogenblikkelijk het tegen van de ‘figga’. Bij gebrek aan een amulet maakte men dan een gebaar met de rechterhand, waarbij de duim tussen de middelvinger en de wijsvinger geduwd wordt. Het meest werkzaam wordt dit geacht, als men de aldus gebalde vuist uitstrekt naar de persoon die men verdenkt. Voorzichtige, meer timide lieden doen het zo dat hun vuist in de broekzak blijft. Of ze houden de vuist op de rug. Maar dat is toch riskant! Het beste is en blijft om de vuist afwerend naar voren te steken.

De Boze Oog-invloed van Pius IX ging werkelijk heel ver, zo wordt er bericht. Zo woedde er een oorlog tussen Italië en Oostenrijk, die aanvankelijk voor Italië bijzonder fortuinlijk verliep. Op zekere dag kwam Pius IX echter op het onzalige idee dat het eigenlijk een staaltje van plicht was om de italiaanse strijdkrachten te gaan zegenen. U hebt het natuurlijk al begrepen: ja, inderdaad, vanaf dat ogenblik keerden de krijgskansen volkomen, zodat de Italianen zowat ingemaakt werden.2 Dit alles schoot Helena te binnen, terwijl ze in het rijtuig plaats nam. Was dit misschien het eerste resultaat van de vervloeking die Cagliostro indertijd had uitgesproken, had ze zich wel eens afgevraagd.³

Wie zal het zeggen? Maar één ding was zeker: ze moest niet meer al te lang in Rome blijven. Ze twijfelde er geen seconde aan dat de koetsier in geuren en kleuren het verhaal over de nachtelijke tocht aan zijn collega’s verteld zou hebben. Via het personeel zou straks ook de hoteldirectie er alles van af weten. Nadat allen in de koets hadden plaats genomen, met Babula weer naast de koetsier op de bok, reden ze, om Mary een plezier te doen, eerst zo ongeveer de zelfde route als de nacht te voren. Overdag zag alles er veel minder poëtisch uit dan onder het romantische maanlicht. Duidelijk was nu dat het grotendeels om hoofdzakelijk kale terreinen ging, bezaaid met ruïnes en karige overblijfselen. Dan kwamen ze bij de vrij goed behouden gebleven arena uit de oudheid, in touristengidsjes meestal aangeduid met ‘Colosseum’,  ofschoon de echte benaming eigenlijk ‘Amphitheatrum Flavium’ is. Hier vochten vroeger gladiatoren en stierven christenen. Mary vond het maar een eng geval. ‘Monsterlijk van afmeting,’ was haar kritiek. Na één blik geworpen te hebben onder de buitenste ommegang, die kennelijk hier en daar al op instorten stond, waarbij allerlei rommel en benauwd ruikend vuilnis zich daar had opgehoopt, was ze niet te bewegen om er een voet te zetten.

Voor het ‘veld’ binnen de arena zou men trouwens een soort minibergbeklimmersuitrusting nodig hebben gehad, want nergens was de oude vloer geëgaliseerd. Het gemeentebestuur van Rome was daar nog niet aan toe gekomen, gefascineerd als ze waren door de mogelijkheid van een uiterst snel en gerieflijk modern vervoersysteem; de paardentram. In hun tomeloze, niets ontziende vernieuwingsdrift moest daar alles voor wijken.
Menige afbraak van oude pittoreske hoekjes werd dan ook door kenners van het oude Rome betreurd, die vonden dat Rome niet meer het oude Rome was door al die nieuwlichterij.

Gezien de matige belangstelling van Mary, reden ze stapvoets een eindje verder, waarbij plotseling een paar antieke winkeltjes voor hen opdoken. Hier wilde mary met alle geweld uitstappen. Mevrouw Blavatsky kon haar er alleen maar afbrengen door te beloven, dat er op hun eindbestemming, waar het bij deze ‘occulte les’ om te doen was, óók winkeltjes zouden zijn. ‘Anders wordt het toch echt te laat, liefde!’ maande ze. ‘De les gaat overigens hier beginnen. We gaan nu verder rijden, en – let nu goed op – we gaan nu de weg die het uit Israël naar Rome terugkerende legioen volgde, alleen precies in omgekeerde richting. Ze eindigden dus hier, vanwaar ze tenslotte zegevierend, het Amphitheatrum Flavium binnentrokken, na eerst een soort magische behandeling te hebben ondergaan.’’

Een magische behandeling?’ vroeg Mary, nu weer geheel en al oor. ‘Wat was dat dan voor een behandeling? En ging dat zomaar voor een geheel leger?’ Helena glimlachte. Ze voelde zich nu weer geheel in vorm. Er waren ook nog maar weinigen die nu nog wisten wat ze straks aan Mary zou gaan uitleggen.  ‘Dat vertel ik je allemaal straks wel, als we bij onze eindbestemming zijn. Begin nu maar om precies op te letten hoe we rijden.’ Ze reden een eind terug in westelijke richting, tot ze stopten bij een zuilenrij waar een kleine vismarkt aan de gang was. Hier stapten zij uit, terwijl Babula met de koetsier afsprak wanneer ze door hem weer zouden worden afgehaald.


Links was een grote stenen boog. ‘Dit is nu de z.g. triomfboog waar het eigenlijk om gaat,’ vertelde Helena. ‘Maar eerst gaan we nu even naar de kleine winkeltjes hier, die je wel zullen bevallen, denk ik zo.’ Nu, dat was ook zo. In één ervan werden curiosa en broches verkocht. Al gauw zag Mary een ‘werkelijk beeldig’ medaillon, met een kern van onyx en goud, rondom afgezet met een krans van afwisselend pareltjes en roze diamantjes. Ingelukkig met haar nieuwe buit, liet ze zich daarna gemakkelijk meetronen naar het kleine restaurant dat eigenlijk was gebouwd in een holte van een stuk stadsmuur, waar ze zouden gaan eten. Al vóór ze goed en wel een tafeltje buiten bezet hadden, maakte Helena een afspraak met de kok in de keuken. Ze kende deze zaak namelijk nog van vroeger, zodat ze wist dat men onmiddellijk de bestelling heel duidelijk moest vastleggen, wilde men niet eindeloos op het eten moeten wachten, zoals vele argeloze bezoekers (soms zelfs Romeinse ingezetenen) overkwam. Daarna, wachtende op het eten, vroeg Helena of Mary soms naald en draad bij zich had Natuurlijk had die, zoals gewoonlijk, een minuscuul naaiétuitje in haar tasje. ‘Ik heb alleen maar een draad nodig,’ legde Helena uit. Daarna vroeg ze om het medaillon dat Mary zojuist gekocht had en bond het draadje met één uiteinde aan het ophangoogje vast. Mary keek gespannen toe hoe ze vervolgens het losse eindje in haar rechterhand nam en  van haar linkerhand de duim tegen haar wijsvinger legde. ‘Nu komt het belangrijkste gedeelte van de les.’ Vervolgde Helena.

‘Je weet natuurlijk hoe je wat van je sublieme omhulling kunt laten uitvloeien met behulp van je wilskracht. Dat weet je toch? In India noemen ze het Prana. We hebben het er in onze studiegroep al dikwijls over gehad. Dat moet je dus weten.’ ‘Dat is ook zo,’ gaf Mary toe. ‘Ik weet hoe het moet, al heb ik het nog nooit gedaan.’ ‘Helemaal niet erg!’ stelde Helena haar gerust ‘Voor alles is er een eerste keer! Let nu goed op, hoe ik het doe!’ Mevrouw Blavatsky demonstreerde hoe ze op de bekende manier een prana-vlies overbracht naar het vlak bovenop haar duim en wijsvinger. Daarna liet ze het medaillon aan het einde van de draad dóór de opening gevormd door duim en wijsvinger héénzakken. Tegelijk zei ze: ‘Door de kracht van mijn wil maak ik nu dat alle vreemde fluïdes en invloeden van het juweel verwijderd zijn. Je kunt het kleinood nu voortaan veilig dragen, zonder dat je bang behoeft te zijn door vreemde fluïdes van de vorige bezitters beïnvloed te worden.’ Mary was enthousiast. Helena vervolgde: ‘Maar dit is nog maar het begin van mijn verhaal, want er komt nog veel meer!’


De occulte kennis van Romeinse priesters
En ze vertelde hoe de Romeinse priesters uit lang vervlogen vóór-christelijke tijden, volgens geruchten diezelfde kennis hadden. Niet alleen dat, maar ze zouden zelfs in staat zijn geweest om dit op een zodanig grote schaal uit te voeren, dat het pranavlies de gehele poort-opening van een triomfboog kon overdekken. In ieder geval (en misschien zelfs voor het eerst) zou deze methode zijn toegepast om de Romeinse legioenen die de joden hadden verslagen, een passende ontvangst te bereiden. Hoe ze het precies deden, is niet bekend. Het kan zijn dat een groep priesters tegelijk hun wilskracht inschakelden.

Het resultaat zou in ieder geval zijn geweest dat het leger met het doorschrijden van de triomfboog ook ineens bevrijd was van alle nadelige invloeden, trauma’s en karma’s die door het oorlogsbedrijf nog aan de soldaten kleefden. Zo zouden ze ineens àf zijn van alle gevolgen van doodslag en begane wreedheden. ‘Maar kàn dat dan?’ vroeg Mary, toch nog enigszins ongelovig. ‘Dat zou wel een gemakkelijke manier zijn om van je karma af te komen!’ ‘Natuurlijk niet,’ gaf Helena toe, ‘tenminste niet helemaal. Maar toch werden veel van die akelige invloeden op de plek net voor de triomfboog magisch ‘afgestroopt’, op die manier een soort astrale verontreiniging van de plaatselijke omgeving veroorzakende.’ ‘Maar die priesters waren dan toch dom!’ hield Mary vol. ‘Op die manier verziekten ze, wie weet voor hoe lang, een gedeelte van de stad!’ ‘Precies,’ stemde Helena toe. ‘Maar die Romeinen wisten daar wat op te vinden! Weet je wat ze deden? Ze bestemden de wijk vóór de poort om te worden omgevormd tot een getto!’ ‘Ontzettend!’ vond Mary medelijdend. Die arme mensen, die het in zo’n getto toch al moeilijk hadden, werden ook nog eens gedwongen om te leven in de akeligste uitstralingen van hun vroegere vijanden. Mary raakte er helemaal van onder de indruk. ‘Een heel naar lot,’ gaf mevrouw Blavatsky toe. ‘Geen wonder dat veel reizigers uit het verleden al rapporteerden dat ze hier niet al te vriendelijk behandeld werden. Maar tegenwoordig valt het allemaal wel weer enigszins mee. Na verloop van tijd verspreidt zoiets zich natuurlijk. Durf je het aan om hier te blijven eten?’ Mary durfde het best. Ze zei het maar niet, maar ze vond wel dat die laatste vraag rijkelijk laat kwam, want ze zaten immers al op hun eten te wachten! Het was niet druk. Ze waren zelfs de enige gasten op dit moment, want Romeinen eten erg laat, zodat de grote drukte pas iets later zou komen.

In de zoele avondlucht was het een genoeglijk plekje om buiten te eten.


 ‘Hoe heet dit restaurantje eigenlijk?’ vroeg Mary, maar voordat Helena had kunnen antwoorden, zag ze de naam al op het menu staan: ‘Giggetto al Portico’ , las ze hardop voor. ‘Klopt!’ zei Helena, ‘dit ommuurde deel van Rome, heet officieel de Portico d’Ottavia.’ Babula, aan het tafeltje naast hen, zou speciaal eten krijgen. Helena wist precies wat hij mocht eten. Mary wilde natuurlijk weer weten wat er allemaal op het menu stond. Door de vallende duisternis waren de kleine lettertjes echter nauwelijks nog te lezen. Bovendien waren de termen dikwijls vrij raadselachtig. ‘Wat is nu in vredesnaam ‘Carpaccio’ voor iets?’ wilde ze weten. ‘Dàt krijgen we niet, antwoordde Helena, ‘wat ik heb besteld zijn o.a. gebakken champignons, salade Caprese (waar Garibaldi zo van hield) en vooral warm pizza brood, in kleine stukjes opgediend. Ze maken hier ook heerlijke saus, omdat ze rozemarijn en basilicum in de spijsolie doen. De rest is nog een verrassing, wacht maar af!’ Overigens kreeg Mary de raad er maar op te vertrouwen dat alles in orde was, want de Italiaanse keuken telt tal van wonderlijke gerechten, waaronder etenswaar waarvan men maar beter niet kan weten wat het eigenlijk is… Hoe dan ook, het smaakte voortreffelijk en het bewees eens te meer dat voor Italianen het klaarmaken van de spijzen, evengoed als het eten ervan, weinig minder is dan een bijna sacrale bezigheid.

Een droeve terugblik en een onthutsende ontdekking

Het was al laat toen de koetsier hen weer in hun hotel terugbracht. Mary was, na alles wat ze had beleefd, nu toch eigenlijk echt vermoeid, zodat ze direct naar haar kamer ging om te slapen. Mevrouw Blavatsky zat nog even rustig aan haar toilettafel na te denken. Ineens voelde ze zich afgemat, niet zozeer door wat ze die middag gedaan had, maar door was ze aan emoties onderdrukt had. Met volle zwaarte werd ze nu weer geconfronteerd met het smartelijk verlies van een geliefde vriend en medestrijder voor de ontwikkeling van de aardse beschaving; een band die dateerde van jaren geleden was nu verbroken, wie weet voor hoelang.

En dan het ontstellende bericht van Koot Hoomi, erop neerkomende dat de Meesters moesten erkennen de aard van de Westerse beschaving en de mogelijkheden tot samenwerking op geestelijk gebied verkeerd te hebben ingeschat.

Speciaal de Angelsaksische houding stelde hen zeer teleur. Maar ook de rest van Europa leefde nog steeds in een gevoel van volkomen Westerse zelfgenoegzaamheid, die elke echte toenadering tot de hoogste leiders van niet-christelijke godsdiensten praktisch uitsloot. Het was beter om te erkennen dat ze hun plannen tot internationale samenwerking op geestelijk gebied zouden moeten herzien. Ze hadden nu berekend, dat het zeker nog 1 à 2 eeuwen zou duren voordat er een mogelijkheid zou ontstaan voor een keer ten goede. Naast het verlies van een vriend en toeverlaat was dit een mokerslag die de bodem uit haar bestaan scheen weg te vagen. De rest van haar leven zou nooit meer zijn zoals vroeger, toen ze nog in de verwachting leefde dat de doeleinden inderdaad binnen afzienbare tijd zouden kunnen worden bereikt. Hoe lang dachten ze nu? Een of twee eeuwen? Gemiddeld dus 150 jaar! Dan zou dus het keerpunt ongeveer in het jaar 2035 zijn! Dat zou ze dus niet meer meemaken… Maar het kon haar ook eigenlijk niet eens meer schelen. Wat deed het er ook eigenlijk toe, dacht ze moedeloos. Het betekende natuurlijk wel dat ze met het schrijven van De Geheime Leer nu niet al te lang zou moeten wachten. Drie delen waren nodig. Als ze daar nog maar genoeg energie voor zou kunnen opbrengen na deze anticlimax!

Uit de teleurstelling die haar overspoelde kwam verbittering voort en daarna woede. Waar was er iets fout gegaan? Hadden ze dan toch in New York moeten blijven? Maar India gaf ontegenzeggelijk het voordeel van een gemakkelijker contact met de Mahatma’s en de met hen samenwerkende Maharadja’s. Bovendien zaten ze daar ook vlak bij de oude bronnen van Oosterse wijsheid. Daar stond echter tegenover dat de kolonie van westerlingen die men daar aantrof over het algemeen niet het meest geschikt was voor haar doel: het vormen van theosofen. Vrijwel allemaal waren het – uiteraard Engelse – bestuursambtenaren of militairen, met hun vrouwen. Het stond nog te bezien, wie van deze mensen zich het meest verveelden, in dit voor hen zo vreemde land: de mannen of hun echtgenotes. Waarschijnlijk de laatsten. Veel anders dan de theekransjes met het bijbehorende roddelcircuit, de tennisclub, de danspartijtjes en de amateur-toneelclubs was er eigenlijk niet. En overal kwam je natuurlijk dezelfde kennissen weer tegen. O ja, er waren natuurlijk ook nog de paardenraces, alleen niet zo dikwijls. De mannen hadden bovendien nog de jacht als een belangrijke afleiding. Vrijwel ieder dier was goed genoeg om neergeschoten te worden, want je kon de kop altijd tegen de kamerwand laten bevestigen, tot er geen plaats bijna meer was. Maar dan konden ze worden opgezet om op de gaanderij om het huis geplaatst te worden. Natuurlijk was er dan nog het polo en het ‘Pigsticking’.  Verder hadden de mannen nog de ‘soos’ waar ze zich onder elkaar konden terugtrekken. Contact met de inheemse bevolking was er nauwelijks, behalve met het eigen personeel en met bezorgers zoals de melkboer. En allemaal leerden die veel sneller Engels dan de dame des huizes het Hindi. Ach, ze wist wel, dat die mensen het ook niet konden helpen. Ze misten Engeland vreselijk, hun geboorteland, waar de meesten van hen niet eens meer zouden terugkeren, want veel ouder dan ca. 47 jaar werd men niet op deze tropische posten. Dan waren er natuurlijk nog de onvermijdelijke zendelingen. Van het begin af waren die haar doodsvijanden geweest. Alle onderliggende twisten over de verschillen in hun bijzondere soort christelijke belijdenis werden opzijgezet, om eendrachtig tegen haar te kunnen samenspannen. Tijd daarvoor hadden ze genoeg, nu koningin Victoria, na de bloedige opstand, hen had gemaand het bekeren van de inheemse bevolking eens wat kalmer aan te doen. In zulk een samenleving had ze geprobeerd ook Westerse theosofen te vormen! Het was nauwelijks te verwonderen dat de Engelsen in India de Theosophical Society aanvankelijk voornamelijk zagen als weer een ander middel om de dodelijke verveling te verdrijven. Hoe goed herinnerde Helena zich nog die dame uit Poona, die tegen haar zei: ‘Maar natuurlijk wordt ik lid, mevrouw Blavatsky! Ik heb trouwens toch niets beters te doen!’

Dat was de hele ellende ten voeten uit: de lieverdjes hadden immers toch niets beters te doen! En de inheemse bevolking van India zelf? Die had grote waardering voor de praktische dingen die de stichters van de T.S. naar hun land brachten, zoals scholen die niet vereisten dat de leerlingen het christelijke geloof moesten leren, scholen die, o wonder! Zelfs toegankelijk waren voor de leden van de allerlaagste kaste! Er kwamen zelfs scholen nu, waarin opnieuw de studie van het aloude Sanskriet ter hand werd genomen. Dit alles veroorzaakte een grote opleving van patriottisme onder de bevolking, wat precies het beoogde effect van de Mahatma’s moet zijn geweest. Alleen de Engelsen zagen dit alles met groeiend onbehagen, terdege beseffende dat dit hun positie meer en meer ondermijnde. Nu Helena aan dit alles terugdacht, was ze achteraf niet verbaasd dat ze van het lauwe soort theosofen uit deze Engelse kringen nu niet bepaald op enthousiaste steun hoefde te rekenen bij zwarigheden. Hulp van dat soort theosofen?, dacht ze bitter. Laat mij niet lachen! Een onbetrouwbaarder stelletje roddelende, lamlendige slapjanussen was ze nog niet eerder tegengekomen! De ene dag hingen ze je portret aan de muur op een ereplaats en boden je, in zilveren kokers, oorkonden aan met betuigingen van eeuwige trouw, om de volgende dag bij de eerste moeilijkheden te veranderen in draaikonten die je alleen nog maar hun hielen lieten zien! De mentale golf van woede die Helena gevormd had en daarna uitgestoten, luchtte haar op. Hier had ze al meenden op zitten broeden Dit moest even uit haar systeem. Nu dwong ze zich tot kalmte. Alle emoties stillende, ging ze over tot haar beproefde methode: ze stelde zich voor dat ze zweefde boven een kalme lotusvijver… De ogen had ze gesloten. Maar dan voelde ze iets vreemds. Een ongewone vibratie begon meer en mee haar  aandacht te trekken. Sterk voelde ze aan dat er een dreiging in de kamer hing. Iets kwaadaardigs zelfs. Ze voelde een geheimzinnige macht haar keel omknellen. Een onrust maakte zich van haar meester. Ze opende de ogen. Dan zag ze het. Vlak bij de punt van haar linker schoen. Duidelijk zich aftekenende tegen het lichtgroen tapijt. Een houtsplinter. Heel groot. Toch zeker 10 centimeter. Van lichtbruin hout. Met een vreemd gevormde, rechthoekige karteling…
Een bang voorgevoel maakte zich van haar meester. Ze draaide haar stoel naar het damesbureau met het loketje waarin ze die ochtend de documenten van Meester Serapis zo zorgvuldig had weggesloten. Ook zonder sleutel ging het deurtje bijna als vanzelf open, waarna het scheef, aan nog slechts één scharniertje, bleef hangen. Toen ze haar hand naar binnen stak, wist ze al dat dit vergeefs zou zijn: Niets! Het vakje was totaal leeg! Alle documenten van Serapis waren verdwenen!
(wordt vervolgd)
Noten
1 Korte inhoud van de vorige aflevering: Tot ontzetting van Mary, blijkt Helena danig overstuur te zijn door de inhoud van de mededelingen die afkomstig van o.a. Meester Serapis, in de ruïne van de tempel van Pallas Athena, op haar hadden liggen wachten. Mary wordt gedeeltelijk ingewijd in de nieuwe situatie, waarna ze ineens, blijkbaar op psychische wijze, op haar beurt een boodschap ontraadselt die van Meester Koot Hoomi afkomstig lijkt te zijn. Ook gaf Meester Serapis instructies i.v.m. een z.g. ‘Hermetische Broederschap van Luxor’.
2 Pius IX was overigens een heel bijzondere paus. Niet alleen zijn lange regeerperiode, van 1846 tot 1878, maakte hem beroemd. Hij was immers ook degene die de stelregel van de z.g. pauselijke onfeilbaarheid als dogma liet opnemen, wat heel wat  tegenkanting veroorzaakte aanvankelijk, maar hij wist het door te drijven. Bij zijn aanstelling door zijn publiek zeer geliefd, door zijn charisma, was hij bij zijn overlijden en daarna zo gehaat, dat zijn gebeente drie jaar later alleen ’s nachts, onder politiebescherming naar St. Laurens-buiten-de-Muren kon worden overgebracht, anders zou men zelfs het gebeente aan stukken gescheurd hebben. Zie het vlot leesbare boek van Jean Mathieu-Rosay: De Ware geschiedenis van de Pausen. Uitgevers: CODA, Antwerpen en HELMOND, te Helmond. Zie verder, drs. S. Seligmann: Die Zauberkraft des Auges und das Berufen, pag 102-104. Uitgever: Theosofia 97 (2), April 1996
-------------------------------------

ZOMER-HERFST Editie 2021

------------------------- Bij de Voorplaat   … Belangrijk (HPB) De Helende Kracht van Water (Omraam)  Urusvati.( Het Nieuwe Tijdperk ...